Elisabeth Maria Post

Schrijftalent met een passie voor de natuur
Utrecht, 22 november 1755 - Epe, 3 juli 1812

Elisabeth Maria Post was één van die vrouwen die zich beroemd schreven in de achttiende eeuw, hoewel ze niet uit was op roem. Ze woonde het grootste deel van haar leven op het platteland en liet zich amper zien in het literaire circuit. Ze schreef om haar gevoelens te uiten en haar meningen te verkondigen. Ze werd vooral bekend als sentimenteel schrijfster, maar experimenteerde ook met liefdespoëzie en schreef een aanklacht tegen de slavenhandel in de vorm van een briefroman.

Briefroman als liefdesverklaring aan de natuur

Misschien moeten we ons Post voorstellen als Emilia, de hoofdpersoon van haar succesvolle debuut, de sentimentele briefroman Het Land (1788). Emilia is een jonge vrouw die alleen woont op het platteland en haar eigen gang gaat, veel tijd besteedt aan intellectuele en artistieke activiteiten, en daarnaast de huishouding niet verwaarloost. Ze schrijft brieven met haar vriendin Eufrozyne die in de stad woont en zich beklaagt over het drukke stadsleven, de sociale verplichtingen en de small talk, waardoor ze tijd verspilt:

Mijn omstandigheden verplichten mij tot het omgaan met mensen van geheel verschillende soort. Ik heb veel gelegenheid om kennis op te doen van het menselijk hart: maar helaas! ten koste van mijn dierbare tijd; en als ik de waarde daarvan besef, hoe onuitsprekelijk lastig vind ik dan die uren die ik verspillen moet met tijdsbestedingen die geen duurzaam genoegen, wat zeg ik? geen enkele vergenoegde nagedachte kunnen achterlaten!

Moderne schrijfster over liefde en slavernij

Het land, een liefdesverklaring aan de natuur, maakte van Post op slag een beroemdheid en bezorgde haar het honorair lidmaatschap van het Haagse dichtgenootschap ‘Kunstliefde spaart geen vlijt’. Op de Veluwe schreef Post vervolgens haar magnum opus, de driedelige briefroman Reinhart, of natuur en godsdienst (1791-1792). In deze roman verwerkte Post delen uit het leven van haar broer Hermanus, die in 1774 naar Guyana vertrok en daar een plantage had. Post had nog nooit van haar leven een slaaf of een plantage gezien, maar muntte uit in natuurbeschrijvingen van de tropen. Reinhart, de hoofdpersoon van de roman, is een van de eerste personages in de Nederlandse literatuur die zich uitspreekt tegen de slavernij:

Al die mooie velden die ik hier en daar, wijd en zijd zie liggen zijn dan alle door het gedwongen zweet van beroofde, mishandelde mensen bebouwd en zijn gehuld in een treurige nevel van onrechtvaardigheid, die mij misselijk maakt en doet zuchten.

Net als alle andere schrijvende vrouwen in de achttiende eeuw had Post zich het schrijven zonder opleiding eigengemaakt. Ze groeide op in een rijke Utrechtse familie, maar door het faillissement van haar vader belandde ze op het Veluwse platteland. Daar leefde ze in armoede. Naast een levenslange passie voor de natuur ontwikkelde ze er haar schrijverstalent. Modern openhartig en schokkend was, volgens velen, Posts bundel Gezangen der liefde (1794). Voor het eerst beschreef een vrouw haar gevoelens van verliefdheid voor een man.

Audio file
Fragment voorgelezen door Marieke van Delft

Nu, helaas! is hij verdwenen,
   ’k Zit mistroostig weer alleen!
Nu is de aarde mij weer aarde,
   Die mij toen een hemel scheen.

Nu is alles wat ik aanzie,
   Met een droevig floers bekleed;
Ieder voetpad vindt een zuchtje
   Uit een missend hart gereed.

Al de bosjes, al de laantjes,
   Waar ik keuv’lend met hem trad,
Al de bankjes, al de hutjes
   Waar ik rustig naast hem zat;

Al de beekjes – alles, alles,
   Roept zo somber: “Hij is weg!”
Luider nog klinkt in mijn hart
   De eigen klaagtoon: “Hij is weg!”